Oorlogsbelevenissen van AC Sijs

Home

Hoofdstuk 2

TEWERKSTELLING IN DUITSLAND.

 

 

Het was november 1940 en de vader van Adriaan (Petrus Johannes Sijs) was werkloos.

Toen er bij het gemeentehuis gevraagd werd om steun, werd er door de ambtenaar (Franke), ter plaatse verteld: ‘’U heeft twee zonen, laat die maar naar Duitsland gaan om daar te gaan werken, daarna krijgt u pas steun’’.

Gezien het feit dat er toch brood op de plank moest komen , hebben ze zich in laten schrijven voor tewerkstelling in Duitsland.

Vader Petrus kreeg inderdaad pas steun toen het eerste geld uit Duitsland was opgestuurd.

Alle papieren werden  in orde gemaakt bij de gemeente, Adriaan kreeg een bewijs om zijn woonplaats te mogen verlaten.(zie fig 10)

Adriaan kreeg toen het bericht om samen met zijn broer Charel te vertrekken naar Essen.

Fig.14 Toestemming van de gemeente om te mogen reizen.

 

Ook kreeg Adriaan een paspoort om te mogen reizen naar Duitsland. Fig.16 en 17 zijn fragmenten uit dit paspoort.

De originele foto is later nogmaals gebruikt voor een internationaal rijbewijs. Deze is als losse foto bijgevoegd als figuur 15. Hierop is nog vaag het stempel te zien van het paspoort.  Het paspoort is uitgegeven in Middelburg op 13 november 1940.

Dit paspoort werd gratis verstrekt en was alleen geldig voor reizen naar Duitsland.

Adriaan is uiteindelijk samen met zijn broer Charel vertrokken met de trein.

Ze zijn vertrokken via Kruiningen naar Roosendaal en hebben daar in een café de nacht door gebracht. De volgende morgen 26-11-1940 zijn ze met de trein verder gereisd via Venlo naar Duitsland.

Fig.15 Originele pasfoto uit paspoort , opnieuw gebruikt voor op een rijbewijs.

 

Fig.16 Scan van paspoort.

Fig.17 Scan van paspoort.

 

Aan de avond van die dag arriveren Adriaan en zijn broer in Essen  op het station.

Bij aankomst is er gelijk luchtalarm en zijn ze genoodzaakt te vluchten naar een schuilkelder voor ongeveer 100 man, tegen de Krűppfabriek. Hier hebben ze 3 uur gezeten.

Het eerste adres waar Adriaan en Charel onderdak kregen was bij mevr. Klein.

Deze vrouw had twee zonen en zaten allebei in militaire dienst; één bij de SS in Frankrijk. Adriaan heeft later vernomen dat deze beiden zijn gesneuveld. Bij deze vrouw was het mogelijk om bier te drinken, echter Charel en Adriaan waren hier geen liefhebbers van.

Uiteindelijk ruilden ze hun kosthuis met twee mannen uit Cadzand, die ook in in de centrale werkten, zij wilden een kosthuis waar bier te verkrijgen was en ze hadden problemen gemaakt bij hun kosthuis (de familie Spielker)

Zo kwamen ze nu  terecht bij deze familie Spielker die ook in dezelfde straat woonde en bleven hier tot het eerste verlof. Dat verlof is aangevraagd bij het hoofdbureau van politie nabij de Krüppfabriek.

Beiden zijn ze tewerkgesteld bij RWE, dat staat voor Rheinlandse Elektricitätswerke.
Dit was een bestaande elektriciteitscentrale die uitgebreid werd, hier hielpen ze mee in de bouw, er waren daar schoorstenen van 102 meter hoog.

Fig.18

 Arbeidskaart waar op aangegeven staat waar Adriaan verbleef en tewerk was gesteld.

Deze kaart was nodig om op het werkterrein van de centrale binnen te komen.

Tevens moest deze tijdens de wekelijkse melding op het hoofdpolitiebureau getoond worden

 

De werkzaamheden bestonden uit het vullen van karretjes op spoorrails met stenen en bouwmaterialen voor de bouw van de centrale. Ook moesten er stenen op bouwstellingen gebracht worden. Het loon dat verdiend werd was geheel niet slecht. Thuis verdiende Adriaan 8 gulden per week en hier 33 gulden!   Adriaan heeft op deze bouw nog gewerkt met Duitse mannen die door de Russen krijgsgevangen genomen waren in de eerste wereldoorlog en tewerkgesteld waren geweest in Siberische zoutmijnen. Deze mannen waren pas in 1927 of 1928 terug thuisgekomen, te voet uit Rusland. Ze hadden er drie jaar voor nodig gehad om te voet, via de nodige omzwervingen, thuis te komen. Elke week moesten Adriaan en Charel zich op donderdagavond (na het werk) melden bij het politiebureau.                                                                                                                                                                  Adriaan had nr. 43 en Charel had nr.44. Drie april 1941 gaan Adriaan en Charel  twee weken met verlof, er wordt nog 251 Mark opgenomen bij de bank in Essen. Bij thuiskomst had men daar nog nooit zoveel geld bij elkaar gezien  Op de stations was veel vervoer van militair materieel richting het oosten (Rusland) te zien en Adriaan was hierover verwonderd. De plaatselijke bevolking had er ook geen weet van waar dit allemaal naar toe ging. Na twee weken verlof gingen ze terug naar Duitsland , echter na een week of drie, vier kreeg Charel last van heimwee. Na een bezoek bij de dokter kreeg hij toestemming om, samen met Adriaan, naar huis te vertrekken. De vrouw van de familie Spielker verwachtte al dat Charel en Adriaan daarna niet meer terug zouden komen. Tien juni 1941 vertrekken ze terug richting Axel. Bij deze laatste reis overnachten ze in nog in Venlo. Het niet terugkeren naar Duitsland hield wel in dat er gevaar bestond om bij een controle in Nederland gevangen genomen te kunnen worden, met alle strafmaatregelen van dien.

Fig.19 Stempels uit het paspoort waarmee de politie de toestemming voor verlof heeft bevestigd. Stempel rechtsonderaan (op zijn kop ) staat gestempeld op 10 juni, na deze laatste terugreis naar Axel zijn Adriaan en Charel niet meer terug gaan werken.

 

Na de oorlog heeft Adriaan nog regelmatig contact gehad met de familie Spielker. De vader is echter in 1942 verongelukt. Door het afweergeschut, dat continu schoot op de geallieerde vliegtuigen kwam er veel rommel uit de lucht vallen, ook op de daken van de huizen. Tijdens het schoonmaken van de goot van zijn huis viel meneer Spielker ,met de hoge trap die hij gebruikte, naar beneden en overleed aan de gevolgen. De huizen in Essen waren hoog van bouw.  De zoon van de familie Spielker had 3 ½ jaar bij het noordelijke Duitse leger gezeten en had lange tijd bij Leningrad gevochten. Hij had dit overleefd en had daar, na de overwinning van de Russen, slechts 3 maanden als krijgsgevangen gezeten, hetgeen kort is vergeleken met andere krijgsgevangenen, die daar veel langer vastgezeten hebben. Adriaan is enkele malen op bezoek teruggegaan naar de familie Spielker, ook is de familie een keer in Axel op bezoek geweest, tevens is er nog regelmatig gecorrespondeerd na de oorlog.